Elke verandering start met verstilling en reflectie. Dit betekent in wezen dat elke transitie start met mindfulness: mindfulness als het vermogen om helder waar te nemen wat er is, bewust te worden wat speelt en dit met een open houding te onderzoeken, zodat daar een bewuste (compassievolle) respons uit kan volgen. Hier ligt de logische connectie met mindfulness & (persoonlijk) leiderschap, mindfulness & zorg, mindfulness & educatie, mindfulness & justitie en ga zo maar door. Dit doet recht aan de werkelijke betekenis van mindfulnesstraining. Mindfulness is geen pleister op de wond, maar is de bereidheid én het vermogen om ‘de wond’ te onderzoeken, zonder meteen te oordelen zodat werkelijk gezien kan worden wat de spreekwoordelijke ‘wond’ nodig heeft. Dit is helpend in de relatie met onszelf en anderen én helpend in leiderschap in organisaties.
Iedereen die een mindfulnesstraining gevolgd heeft of regelmatig mediteert, weet dat innerlijke onrust, frustratie en verveling vanzelf opkomende fenomenen zijn tijdens de beoefening. Sterker nog: een deel van de beoefening schuilt in hoe we omgaan met deze en andere verschijningen van stemmingen, lichamelijke gewaarwordingen, gedachtes en oordelen die vanzelf opkomen. Hoe meer we daar met een niet-oordelende en milde vriendelijke houding bij aanwezig zijn, hoe meer we in balans blijven; ook in het dagelijks leven.
Mindfulness gaat dus over bereidheid en intenties in plaats van over doelen en succes. Mindfulness betreft de moed om helemaal in de ogen te kijken wat er gaande is, daar te verstillen, nieuwsgierig te zijn en te reflecteren om vervolgens de moed te hebben om te handelen of juist niet te handelen. Een shift in paradigma waar mensen en organisaties bij floreren.